Aluminiumfolie rond de fornuispitten, een scheve luxaflex hier en een slecht sluitende tussendeur daar. Niet bij elkaar passende, doch bijna gelijk afgeragde kringloop-banken. Een beeldbuis-tv waarvan de afstandsbediening al sinds mensenheugenis zonder batterijen op tafel ligt. Vraag mij om een huis van een student te beschrijven en dit is waar ik met een deels opgetrokken wenkbrauw mee kom.

Men is dan weliswaar altijd snel om aan te geven dat een studentenhuis een rommel ‘hoort’ te zijn, toch merk ik met regelmaat dat menig student liever in een wat nettere omgeving zou vertoeven. Klachten over het laks zijn van medebewoners zijn makkelijk geuit, maar je kunt natuurlijk ook zelf een schroevendraaier oppakken en die deur eindelijk eens goed in z’n scharnieren hangen. Waarom niet eens zes bij elkaar passende placemats kopen, of liever nog, een tafelkleed? Je kunt dan zogenaamd wel weinig te besteden hebben als student, een warme inrichting is met ieder budget mogelijk.

Geen wonder dat men in studentenhuizen vaak opgesloten zit in slaapkamers als de gemeenschappelijke ruimte de gezelligheid uitstraalt van een kraakpand in Almere. Het begint wel bij jezelf. Koop eens een plant voor in de woonkamer, leg een tapijt neer in de zithoek en regel wat bij elkaar passende glazen in de keuken. Een fruitschaal doet wonderen en kan, mits goed gevuld, er ook nog eens voor zorgen dat je moeder minder zeurt over je slechte eetgewoonten. Schaf niet alleen de basisbehoeften aan, maar koop eens wat prullaria voor in de vensterbank. En vergeet niet: een verzameling bierdopjes is behoorlijk vorig decennium.

Heb je een huisgenoot die moeilijk doet? Die zuurpruim trekt vanzelf wel bij als hij merkt dat er ineens meer dames over de vloer komen. Niks is immers meer verwelkomend dan iedereen dezelfde onderzetter kunnen aanbieden.