Nog anderhalve week en dan is het zover: de laatste Open Dagen van dit collegejaar. Totaal oninteressant voor het gros van onze studenten, maar al maanden omcirkeld op mijn wc-kalender. Het is immers een ultieme pitching exercise: hoe hang ik succesvol een nietsvermoedende vwo-scholier in minstens drie jaar muffe Eurest-koffiekoeken?
Aangezien ik momenteel met mijn derde studie bezig ben, zal ik als eerste het belang van goede studievoorlichting onderschrijven. Scholieren maken door slechte voorlichting of hun eigen gemakzucht regelmatig de verkeerde keuze, verergerd door het relatieve gemak waarmee men toegelaten wordt aan een Nederlandse universiteit. Studieplanning en hoge cijfers zijn immers niet nodig om binnen te komen bij de universiteit van je dromen; het juiste vwo-profiel en je eindexamens nét hebben gehaald is meer dan voldoende. Hierdoor liggen praktisch alle studies voor iedereen open en is studievoorlichting des te meer van belang.
Voorlichting is echter een vak apart. Over je studie ratelen kan iedereen; aanvoelen of het ook past bij een ander, vereist inzicht. Menig beginnend voorlichter probeert over te halen terwijl doorverwijzing voor de scholier wellicht beter zou zijn. Daarbij spelen ook de ouders een rol: ik heb menig vader al een reprimande willen geven over zijn bemoeizucht. “Nee, u kunt geen maandelijks voortgangsrapport van uw zoon krijgen van STU. U kunt ook geen bezwaar maken bij de TU/e over de keuze van uw dochter om bij een studentenvereniging te gaan, hoe goed ik u ook zou begrijpen.”
Ook al is ons groeiend aantal aanmeldingen positief, het mag duidelijk zijn dat we meer hebben aan studenten met een doordachte studiekeuze dan succesvol overgehaalde doch onvermijdelijke afvallers. Hierin rust een belangrijke taak voor de voorlichters: zet de bemoeizuchtige ouder in een hoekje met zo’n heerlijke koffiekoek en geef de scholier degelijk en onbaatzuchtig advies.