Bijna zeven jaar geleden, op een snikhete zomerdag in juli, was ik bijna te laat voor mijn diplomaceremonie. Dat ene papiertje waarmee ik kon bewijzen dat ik middelbare scholier-af was lag binnen handbereik. Ik moest mezelf alleen nog door de afscheidsredes van zeven klasvoorzitters -in evenveel talen voorgelezen- worstelen en ik was vrij. Klaar met m’n eindexamens, klaar om de echte wereld in te gaan.

Onze eindexamenkandidaten kunnen momenteel deze zucht van verlichting nog niet slaken. Zij zullen zich de komende tijd volledig moeten storten op het maken van eindexamens. Men zou verwachten dat zij hierin al hun energie stoppen, maar niets is minder waar: naast het stampen van stof heeft menig scholier klaarblijkelijk genoeg tijd om klachtenformulieren in te vullen.

Ieder jaar verdwijnen mijn wenkbrauwen tot ver in mijn haarlijn als ik wederom lees over de duizenden klachten over een specifiek eindexamen. “VWO’ers beklaagden zich over het feit dat er meer open vragen op het examen waren dan in hun oefenexamens het geval was. Het examen werd hierdoor als veel te moeilijk ervaren.” Nou en? Ik hoop oprecht dat scholieren een gratis pakje zakdoekjes krijgen bij iedere klacht of op z’n minst een nieuwe luier.

Mijn Belgische school had geen klachtenlijn. Je maakte je examen en ging daarna verder leren voor het volgende. Bij een probleem sprak je de docent aan. Zelf hou ik van klagen, ik ageer met liefde tegen verkeerde komma’s in Onderwijs- en Examen Regelingen. Desalniettemin zou ik de woorden ‘de tekst was te moeilijk’ niet over m’n lippen kunnen krijgen.

Wat is er van onze scholieren geworden als dit gehuil niet uitzondering maar regel is? Het LAKS speelt hierin ook een dubieuze rol door dit onnozele geklaag actief te bemoedigen. Deze scholieren zijn niet klaar voor de echte wereld en zullen zichzelf na hun diplomaceremonie in rap tempo een ruggengraat moeten aanmeten.