In de vijf jaar dat ik op deze campus rondloop, heb ik de vraag al talloze keren horen langskomen: “is Eindhoven wel een studentenstad?”, meestal direct gevolgd door de opmerking dat we ons moeten inzetten om “van Eindhoven zo’n stad te maken”. Niet alleen van medewerkers van de TU/e maar ook regelmatig uit de mond van gemeenteraadsleden en studentvertegenwoordigers. Al die jaren vraag ik me af wat nou eigenlijk een ‘studentenstad’ is en waarom we moeite voor dit labeltje moeten doen.
Een conclusief antwoord op wat nu een studentenstad maakt heb ik nog nooit gekregen. Volgens sommigen gaat het om goede beschikbaarheid van huisvesting, bij anderen om uitgaansgelegenheid met ruime openingstijden. Een ‘bruisende binnenstad’ heb ik ook vaak horen langskomen, wat dat ook moge betekenen. Maar wat er nou daadwerkelijk aan Eindhoven moet veranderen, kan niemand me vertellen, terwijl velen wel van mening zijn dat het nodig is.
Afgezien van het vraagstuk van definitie ontgaat ook de noodzaak me. Gelet op de constante groei van aanmeldingen lijkt het niet alsof aankomende studenten zich laten afschrikken door het wat saaie en grijze straatbeeld van Eindhoven of het gebrek aan een bruisende binnenstad. Kennelijk zijn de uitgaansgelegenheden ook afdoende, aangezien onze studenten niet en masse naar andere steden reizen op donderdagavond.
Maakt het écht uit dat we een groep studenten hebben die het prima vindt om geen studentenleven in Eindhoven te hebben en om gewoon na hun laatste college de trein naar huis te pakken? Voor de studenten die wél een leven op de campus willen, zijn er immers verenigingen genoeg, die trouwens ook niet over ledenaantallen hoeven te klagen.
Voor mij is een studentenstad gewoon een stad waar studenten verblijven. Zolang de universiteit genoeg aanmeldingen heeft, het verenigingsleven sterk is en we een uitgaansgebied hebben, hoeven we ons geen zorgen te maken over een nietszeggend labeltje.