Het is zo’n simpel doch briljant idee: huisvest studentenverenigingen in een onverwoestbaar gebouw op de rand van de campus en als universiteit heb je er weinig omkijken naar. Geen dure gele gordijntjes waar leden in kunnen klimmen of in CvB-kantoren binnenwaaiende etenslucht van kokende studenten. Toch komt ook aan dit tijdperk een einde en zitten binnenkort alle drie onze geliefde toko’s in de binnenstad.
Nog riant ook, mag ik daaraan toevoegen. Net als grote broer E.S.C hebben ook SSRE en Demos zichzelf verzekerd van een monumentaal pand op een toplocatie waarvan de financiering uit verschillende hoeken komt. In het geval van Demos zelfs voor 70% van buiten de vereniging. Volgens berichtgeving zijn uiteraard leden en sponsoren betrokken en doet de TU/e in haar eeuwige goedheid ook een (waarschijnlijk flinke) duit in het zakje.
Wie schittert hier echter door afwezigheid? Fontys, een instelling waaruit onze studentenverenigingen een substantieel deel van hun leden halen. Voorlopige navraag leert me dat de hogeschool vooralsnog geen bijdrage levert ook al worden hun scholieren, behalve als ze in onze bibliotheek zitten, óók dagelijks van afleiding voorzien door deze drie clubs.
Afgezien dat ik me oprecht afvraag waarom zulke jonge studentenverenigingen per se in een pand met monumentale status gehuisvest moeten worden, ben ik ook erg benieuwd hoe de gesprekken tussen de TU/e en Fontys zijn verlopen over de verdeling van hun sponsoring, áls ze al hebben plaatsgevonden. Mij lijkt het in ieder geval voor de hand liggend dat ook laatstgenoemde een bijdrage levert, mits zij zichzelf tevens als ondersteuners van gedeeld zorgenkindje ‘Eindhoven Studentenstad’ zien.
De TU/e geeft behoorlijk gulle bijdragen aan haar verenigingen en daarvoor mogen we zéér dankbaar zijn. Ditmaal ben ik echter benieuwd welke logo’s straks de onvermijdelijke roze verhuisbanner op de Bunker zullen sieren.