Door de tsunami van groepjes scholieren tijdens de studiekeuzecheck-dagen, die net als Duitse toeristen in Rotterdam stuurloos het (oude) centrum van de campus zochten, werd ik weer even teruggeworpen naar enkele eeuwen geleden, toen ik me zélf aan het voorbereiden was op het studentenleven.
Dat waren simpelere tijden: alle auto’s reden nog op gestampte dinosauriërs, Madonna was nog relevant en er waren maar twee geslachten. De tijden zijn veranderd, maar het studentenleven biedt nog steeds vele nieuwe mogelijkheden. Meest belangrijk: de kans om jezelf opnieuw uit te vinden.
Het lijkt best lastig om van grijs muurbloempje op het middelbaar naar uniek individu binnen je studentenkring te evolueren, maar er zijn opties. Je kunt je KALLAX of LACK een andere kleur verven dan de standaarduitvoeringen. Bestek kopen in een winkel in plaats van het bij Eurest te jatten. Een Apple-sticker op je TU-laptop plakken en met een tornmesje het TU-logo van je rugzak afhalen. Je kunt een nieuwe modetrend beginnen door een spijkerbroek te introduceren die wél lang genoeg is om ook de enkels te bedekken. Maar dit is enkel het begin.
Als ik tijdens de zomer door de IKEA loop en jochies met hun moeder een nieuw interieur voor de studentenkamer zie uitzoeken, komt er een glimlach op m’n gezicht. Out with the old, in with the new. Het magische aan deze periode is niet de ontdekking dat je tien bier nodig hebt voordat het gezellig wordt, maar de onbegrensde mogelijkheden qua zelfprofilering. Studententeams, Honors Tracks, verenigingsbestuur, medezeggenschap, halfbakken Shell-protesten, student-assistentschappen, columns schrijven. Kies maar.
Je begint je studententijd met een blanco identiteit die je weer helemaal zelf vorm mag geven. Dus: blijf je net als op de middelbare school een onzichtbaar deel van de massa of kiezen werkgevers straks jou uit bij gelijke geschiktheid met een kandidaat uit dat suffe Delft?